Altijd deel van het geheel

Er is een wezenlijk verschil tussen mensen die het liefst alles samen doen en mensen zoals ik, die genieten van contact met anderen en dat zeker nodig hebben, maar voor wie ook alleen zijn een primaire levensbehoefte is. In onze samenleving is het niet zo populair om jezelf af te zonderen, al ontdekken we juist in deze Coronatijd dat ‘samen sterk staan’ op vele manieren kan. Toch vind ik het bij vlagen een zoektocht om als solist mijn evenwicht te vinden in het samenspel met anderen. Zeker in mijn werk.

Toen ik besloot te gaan freelancen – bijna elf jaar geleden – gaf mijn toenmalige werkgever me iets waardevols mee in het afscheidsmagazine dat mijn collega’s voor me maakten. Het kwam na zijn complimenten en de melding dat hij het jammer vond dat het hem niet was gelukt om mij langer aan zijn communicatiebureau te binden. Hij schreef: ‘Je bent weliswaar een individualist, maar ook voor individualisten is plek binnen ons team’. Het was raak getypeerd en fijn om bevestigd te krijgen dat er ook binnen een team behoefte is aan mensen zoals ik. Want ik ben dan wel uit solitair hout gesneden, ik heb óók een sociaal karakter en oog voor het geheel. 

Voor mij is het essentieel om naar eigen tempo en inzicht te balanceren tussen op mezelf zijn en contact met anderen. Werken als zelfstandig schrijfprofessional past daarom goed bij mijn aard. Toch kan ik het teamgevoel dat ik in loondienst heb ervaren oprecht missen. De vanzelfsprekendheid van ergens bij horen, elkaar spontaan treffen in de wandelgangen, de collega’s met wie je toch een ander lijntje hebt dan opdrachtgevers of vakgenoten. Het ontbreken van dat teamgevoel speelde afgelopen voorjaar tijdens de lockdown opeens in alle hevigheid op. Thuiswerken was voor mij al jarenlang bekend terrein, maar ik had minder afspraken op locatie en door mijn verplicht thuiswerkende partner – die nu wel fysiek dichtbij, maar hele dagen in zijn Teams-bubbel zat – werd ik extra geconfronteerd met de zelfverkozen allenigheid van mijn freelance bestaan. 

Het leidde tot hernieuwde reflectie op mijn professionele leven als eenpitter. Ongebonden, maar wel vérbonden. En dat is goed zo. Ik besefte dat ik voldoende contacten heb die mij – en hopelijk ook de ander – plezier, energie en inspiratie brengen. Alleen zijn die contactmomenten in mijn werk nooit vanzelfsprekend en vragen ze wat meer moeite. Dat heb ik er graag voor over, omdat alleen kunnen zijn mijn fundament is. Je kunt pas echt verbonden zijn met anderen als je goed in verbinding staat met jezelf. Bij mij is die verbinding het meest stevig en helder als ik regelmatig op mezelf ben en in zekere mate mijn eigen gang kan gaan. Misschien lijk ik daardoor geen teamspeler, maar op mijn eigen manier ben ik het tóch, omdat die solistische inslag mij helpt om een sterkere schakel te zijn in het geheel. Zo heeft ieder zijn plek en rol, dat had mijn laatste werkgever destijds al goed in de gaten.