Marlon Rinaldo Wijngaarde (52) leefde jarenlang met zijn gezin op een bestaansminimum. Toch voelde hij zich nooit arm. De ware rijkdom zit voor hem in tevredenheid, klein geluk, gezondheid en familiebanden. Zijn weg naar dat besef was grillig. Gezien worden om prestaties en materieel bezit was lang een drijfveer voor Marlon. Tot hij besefte: ik ben goed genoeg zoals ik ben.
Als gastheer is hij voortreffelijk. “Mijn vrouw heeft me goed opgevoed”, lacht Marlon, terwijl hij thee, Fryske dúmkes en chocolade presenteert. De knusse woning is licht en sfeervol ingericht, met een fijne loungebank waar de hond zich na een kort blafsalvo rustig naast me nestelt. Tot even later de bel weer gaat. Fotograaf Dineke Kaal komt een boek terugbrengen dat Marlon haar uitleende: ‘Armoede krijg je gratis’ van Stella de Swart. “In dat verhaal vond ik veel herkenning, al voerde ik natuurlijk mijn eigen strijd”, vertelt hij later in ons gesprek. Ondanks de ambtelijke bureaucratie, tegenslagen en onmacht, kwam Marlon in geestelijk opzicht als een rijker mens uit zijn leven op een bestaansminimum. Daarom is hij blij en trots dat Dineke – die hij kent via haar fotoproject over armoede – hem wil portretteren voor Dagelijkse Moed.
Ooit was hij een man die graag met geld en materieel bezit liet zien dat hij zijn leven goed voor elkaar had. Toch bleek de schuldsanering niet het ergste wat Marlon kon overkomen. “Juist door die jaren onder bewindvoering kreeg ik voor het eerst een gevoel van eigenwaarde”, legt hij uit. “Dat kwam door de veerkracht die tevoorschijn kwam. De wil om met mijn gezin uit de financiële problemen te komen en te genieten van alles wat er nog wél was. Al kwam de grootste ommekeer in mijn leven jaren later: de reis die ik in 2011 maakte naar mijn geboorteland Suriname. Deze reis naar mijn roots liet me de kracht van mijn voorouders voelen. Het besef dat ik niet alleen sta, dat ik bij een familie hoor en dat mijn leven ertoe doet. Vanaf dat moment leerde ik van mezelf te houden en me niet meer zo druk te maken om wat andere mensen van me denken en willen.”
Materieel succes
Naarmate hij ouder wordt, ziet Marlon steeds meer hoe zijn vroegere bewijsdrang te maken heeft met zijn levensloop. Na een onstabiele jeugd met veel verhuizingen stond hij er op zijn vijftiende alleen voor. “Een periode waar ik niet trots op ben”, blikt Marlon terug. “Ik dronk, gokte en kocht mijn vrienden door ze mee op stap te nemen en alles te betalen. Dat ik op mijn zestiende mijn huidige vrouw tegenkwam, was mijn redding. Zij is acht jaar ouder en was met haar zoontje naar Nederland gevlucht uit de gouden kooi van een rijke Arabier. Alles had ze opgegeven om haar kind een vrije toekomst te geven. Ze ging duidelijk niet voor het grote geld en toch wilde ik dat het hen aan niets ontbrak. Zo groeide mijn streven naar materieel succes. Zeker toen we ook samen nog een zoon kregen, die wegens een nieraandoening extra zorg nodig had.”
Marlon pakte als jonge vader en kostwinner alles aan om zijn gezin te onderhouden, van winkel- en modellenwerk tot banen in het nachtleven. “Het spijt me nog steeds dat ik in mijn tienerjaren niet heb doorgezet met leren. Het verstand had ik wel, maar in mijn roerige leven van toen besefte ik de waarde van diploma’s niet. Daar word ik tot op de dag van vandaag mee geconfronteerd. Als twintiger heb ik nog wel mijn mavo-diploma gehaald en ben ik aan de avond-meao begonnen. Maar die maakte ik niet af, omdat ik een serieuze baan kreeg als verzekeringsadviseur. Dat was het begin van een mooie loopbaan in de advieswereld. Ik deed cursussen via het werk, mijn salaris en prestatiebonussen groeiden en daarmee kwam er geld voor wat ik zo belangrijk vond: een mooi huis voor mijn gezin, een auto en vakanties.”
Leven voor anderen
Of hij echt gelukkig was in die tijd? “Geluksmomenten waren er zeker, maar als ik erop terugkijk, was ik vooral bezig met het goed doen voor anderen. Zorgen voor mijn gezin, klaarstaan voor vrienden, indruk maken op de buitenwereld, laten zien dat wij het goed voor elkaar hadden. Maar wat ik zelf nou echt wilde? Daar was ik nooit mee bezig. Omdat ik eerst moeite had met het ouderschap – dat raakte pijnlijke stukken uit mijn eigen jeugd – heb ik wel hulp bij een psycholoog gezocht. Een combinatie van dingen een plek geven en antidepressiva maakten dat ik verder kon, maar door de jaren heen bleven er triggerpunten waardoor ik regelmatig niet lekker in mijn vel zat. Intussen kwamen we in een domino-effect van verschillende tegenslagen terecht, met als dieptepunt een situatie van dubbele woonlasten – wegens een huis dat veel langer dan verwacht te koop stond – en het verlies van mijn baan.”
Lang verhaal kort: de schulden groeiden hen fors boven het hoofd. Marlon deed er alles aan om zijn situatie weer op de rit te krijgen, met als uiterste redmiddel het zelf regelen van bewindvoering. “De schuldsanering duurde drie jaar, maar met de moeilijke jaren vóór en na die sanering, hebben we bijna acht jaar op een bestaansminimum geleefd”, vertelt Marlon, die in deze periode ook geen geluk had met werk. “En dat terwijl ons gezin was uitgebreid met een tweeling en we dus vier kinderen hadden groot te brengen. De oudste twee hebben onze zorgen wel meegekregen; zij wisten dat wij het niet breed hadden. De tweeling was nog te jong om dat echt te beseffen. Met creativiteit hebben wij hen toch een mooie jeugd kunnen bieden. De kinderen leerden wat ik zelf in die tijd ook ontdekte: dat het geluk in kleine dingen zit en dat je ook met weinig tevreden kunt zijn.”
Trots van binnenuit
Van die les plukt hij nog dagelijks de vruchten. “Goed eten, de zon die schijnt, wandelen met onze hond, plezier maken met de kleinkinderen, samen met mijn vrouw een wijntje drinken, vissen of een avondje kaarten met vrienden: dat zijn de geluksmomenten in mijn leven”, vertelt Marlon. “En ik kan daarvan genieten omdat heb ik heb geleerd dat ik goed genoeg ben zoals ik ben. Lang heb ik geprobeerd om iemand te zijn waar mensen naar opkeken, iemand die meetelt in de maatschappij. Terwijl het gevoel van trots dat ik nu voel echt van binnenuit komt. Dat kan een ander mij niet geven. Door de moeilijkheden die we hebben overwonnen, ben ik trots op waar ik nu sta in het leven; samen met mijn vrouw, onze uitgevlogen kinderen en de kleinkinderen die hier graag komen. En ik durf meer te luisteren naar wat ik zélf belangrijk vind, in plaats van alleen maar bezig te zijn met anderen.”
Door zijn sociale, hulpvaardige karakter is Marlon nog wel graag van betekenis voor zijn omgeving. “Onrecht en uitsluiting trek ik slecht en met mijn levenservaring zou ik het liefst anderen bijstaan die met schulden te maken te hebben. Vooral jonge mensen, die vaak nog verblind worden door materieel bezit, zoals ik dat zelf vroeger ook had. Zij komen makkelijk in de schulden terecht en hebben geen idee hoeveel impact dat op hun latere leven kan hebben. Door mijn achtergrond kan ik iets voor hen betekenen, maar voor banen op dit gebied kom ik nooit in aanmerking, omdat ik geen passende opleiding heb. En de keer dat ik als ervaringsdeskundige was gevraagd voor een gemeentelijk schuldenproject, werd ik nauwelijks serieus genomen. Jammer, want ik zag hoe de mensen van instanties – ondanks hun goede bedoelingen – maar moeilijk verbinding kunnen maken met een realiteit die anders is dan wat zij gewend zijn. Zo worden veel kansen gemist bij het bieden van hulp.”
Alles komt goed
Voor Marlon is het vinden van een passende baan nog altijd een uitdaging. Omdat diploma’s gewilder zijn dan de ervaringskennis die hij graag wil inzetten. “Momenteel doe ik als vrijwilliger een opdracht voor Omrop Fryslân over diversiteit en inclusie. Die kreeg ik nadat ik daar werd afgewezen bij een sollicitatie en zelf over dit thema contact opnam. Het is onbetaald, maar het is een kans waar ik graag meer mee wil doen. Intussen willen ze me vanuit het UWV als chauffeur op WMO-vervoer gaan inzetten. Doordat ik een periode met rugproblemen uit de running ben geweest, is dat voor mij geen ideaal werk, maar heb ik een keuze? Intussen ben ik ook de leerboeken weer ingedoken, voor een mbo-opleiding juridische dienstverlening niveau 4. Ik leer beter door te doen, maar zonder zo’n mbo-diploma kom je niet eens meer bij een callcenter aan het werk.”
Hoe hij de moed erin houdt? “Mijn motto is dat alles goed komt. Wij hebben met ons gezin ervaren dat er altijd licht aan het einde van de tunnel is. Dus ik tel mijn zegeningen en als ik het moeilijk heb, dan ga ik even liggen. Slapen helpt om dingen een plek te geven en daarna met goede moed verder te gaan. Structuur en dagbesteding zijn voor mij belangrijk, daarom doe ik vrijwilligerswerk. Bovendien zijn dat kansen om iets nieuws te leren en mensen te ontmoeten. Ik heb er plezier in om iets te betekenen en anderen te verbinden. Dan zit ik ’s avonds met meer voldoening op de bank. Al kan ik wel beter dan vroeger genieten van momenten waarop ik niets hoef. Met de kinderen was het leven vroeger altijd vol; was er ook buiten het werk altijd iets te doen. Als nu de zon op mijn gezicht schijnt, kan ik me er aan overgeven. Dan voel ik dat het leven goed is zoals het is. Dat ik niets hoef te bewijzen.”
Dankbaar voor erkenning
“Wat me ook helpt om positief te blijven, is de kracht van mijn voorouders. In het bijzonder mijn oma, die als een moeder voor mij was. Zij heeft veel meegemaakt en was toch de rots van de familie. Voor die overlevingskracht heb ik veel respect. Mijn eigen moeder was nog een kind toen ze mij kreeg, pas zestien jaar. Ik ben geboren in Paramaribo en volgens de geboorteakte die ik in 2011 in handen kreeg, heeft een vroedvrouw mij een dag later aangegeven. Zonder achternaam, want mijn vader was onbekend. Een jaar later is mijn moeder getrouwd met François Rinaldo Wijngaarde, toen 36 jaar en onderwijzer. Hij is nooit benoemd als mijn biologische vader, maar heeft me wel erkend en me zijn naam gegeven. Daar ben ik dankbaar voor, veel kinderen uit die periode zijn nooit erkend.”
Het huwelijk hield geen stand en toen Marlon vijf jaar was, vertrok zijn moeder met hem naar Nederland, familie achterna die was neergestreken in Leeuwarden. Pas in 2011 ontmoette hij zijn erkenner weer, tijdens die betekenisvolle reis naar Suriname. “Het voelde vertrouwd, maar of hij mijn biologische vader is, blijft onduidelijk en inmiddels leeft hij niet meer.” Marlon pakt er een oude zwart-witfoto bij, van François Rinaldo Wijngaarde in zijn jongere jaren. Enige gelijkenis is te zien. “Dat hij mijn erkenner is en dat ik zijn naam draag, dat is voor mij belangrijk. En ook dat mijn familiebanden door die reis zijn verstevigt. Vroeger waren mijn moeder en ik de zwarte schapen van de familie. Bij mijn oma mocht ik zijn wie ik was, maar het gevoel buiten de boot te vallen heb ik altijd meegedragen. Ook dat maakte dat ik me zo graag wilde bewijzen.”
Een thuisgevoel
Marlons moeder – die na allerlei omzwervingen ook weer terugkeerde naar Leeuwarden – leeft nog wel, maar door haar drugsverslaving is er nauwelijks contact. De impact van de verdrietige loop van haar leven is groot en bijna niet in woorden te vatten. “Van de keren dat ik haar soms nog tref in de stad, moet ik altijd even bijkomen”, is wat Marlon erover kan zeggen. Hij prijst zichzelf gelukkig met de overlevingskracht van zijn oma, wiens graf hij nog elk jaar met een bloemetje bezoekt. “Zij heeft mij vroeger toch een thuisgevoel gegeven, in de korte perioden dat ik bij haar was. Dat thuisgevoel hoop ik ook mijn kinderen te hebben meegegeven, dat is zoveel belangrijker dan materiële welvaart. Het duurde lang voordat ik tot dat inzicht kwam, maar ik ben blij dat ik heb ontdekt wat werkelijk van waarde is. En dat wil ik ook graag meegeven aan jonge mensen: laat je niet verblinden door geld, ontdek wat je echt graag wilt doen en geniet van het leven.”
Fotografie: Dineke Kaal