‘Ik doe mijn best een zon te zijn’

Technische mensen verstoppen zich graag achter hun deskundigheid, is de ervaring van Cees Buisman (59). Zelf geeft hij een kijkje in zijn ziel met het in 2018 verschenen essay De mens is geen plaag. “Dat was doodeng om te doen. Het is makkelijker om mijn zakelijke kant hoog te houden. Maar dit boek voelde als een opdracht. Om een optimistisch perspectief in de wereld te brengen en leiders die streven naar het goede een zetje te geven.”

Als bevlogen milieuman wil Cees – directeur van waterinstituut Wetsus en hoogleraar biologische kringslooptechnologie aan Wageningen Universiteit – zijn talenten graag inzetten om bij te dragen aan zinvolle technologieën die in samenhang zijn met de oneindig grote complexiteit van de natuur. Precies daarom gaat de kern van zijn essay over het streven naar een hoger bewustzijn. Want: wáár kiezen we voor in een wereld waarin bijna alles mogelijk is? Hij schetst in een notendop de beweging van vergaande technocratisering – vaak voortgestuwd door macht en geld – waarmee we op termijn onze levens uithollen en de aarde verwoesten, en stelt daar de beweging naar binnen tegenover. Omdat groei in bewustzijn de mens minder egocentrisch maakt en stimuleert tot duurzame innovaties en eerlijk delen.

Het idee dat we van alles méér nodig hebben om de groeiende wereldbevolking te voeden en prettig te laten leven is volgens Cees een misvatting. “In westerse landen zijn we steeds rijker en welvarender geworden en toch lijken we nog altijd tekort te komen. De oplossing ligt in een andere richting. Er is best plaats voor de tien miljard mensen waar de teller richting 2100 naar oploopt, maar dat vraagt een andere mindset. Eentje waar geestelijke groei voor nodig is”. Op de eerste pagina van zijn essay haalt de wetenschapper Gandhi aan: ‘There is enough for everybody’s need, but not for everybody’s greed’. Vervolgens geeft hij met zijn betoog een aanzet tot hóe we dan samen tot een beter evenwicht kunnen komen in de wereld. “We hebben een nieuwe, optimistische visie nodig”, zegt Cees over de bedoeling van zijn boek. “Een lichtpunt dat ons helpt anders te handelen.”

Een verrassende wending

Het gedachtengoed dat hij deelt in zijn essay, gebruikt Cees als leidraad in zijn rol als Wetsus-directeur en hoogleraar om bewuste keuzes te maken: vooral investeren in coherente technologieën, die geen afbreuk doen aan het milieu. “Maar alleen technologie is niet genoeg om de wereld te verbeteren, daarom wil ik ook inspiratie brengen op andere vlakken. Het schrijven van dit boek voelde als een opdracht. Mooi en doodeng tegelijk. Mijn omgeving kent me vooral als succesvolle businessman en Wetsus heeft een goede naam opgebouwd; dat wilde ik niet onderuit halen met een visie die niet iedereen deelt. Gelukkig bleek mijn angst voor idioot negatieve reacties irreëel. Het essay is gemiddeld genomen best goed ontvangen. Sommigen vinden het te optimistisch of geloven niet in bewustzijn, anderen vinden het geweldig en kopen een stapel boeken om uit te delen. Het roept hoe dan ook iets op en daar ben ik blij om.”

Binnen zijn werkveld – de wetenschappelijke water- en milieusector – bleek de aandacht voor bewustzijnsontwikkeling een verrassende wending die niet iedereen kon waarderen. “Sommige mensen stopten met lezen zodra het onzichtbaar bewustzijn ter sprake kwam”, weet de schrijver. “Ook het benoemen van kerk en spiritualiteit wekte allergische reacties op. Ik begrijp het wel. Zeker mensen van mijn generatie zijn grootgebracht met een bepaalde religieuze druk; zij móesten naar de kerk en zijn blij dat ze daar van bevrijd zijn. Anderen zijn als wetenschapper wars van alles dat neigt naar ‘zweverigheid’. Het is jammer als lezers daardoor mijn boodschap missen, daarom heb ik in de derde druk de opbouw aangepast. Het essay werkt nu wat geleidelijker via milieu en modellen toe naar waarde: de hoofdstukken over onzichtbaar bewustzijn en volwassen ego.”

‘Wát een eyeopener’

Wat maakt juist die twee thema’s zo waardevol? En welke rol spelen ego en bewustzijn in zijn eigen leven? “Mijn aandacht voor persoonlijke groei is gewekt toen ik in Wageningen studeerde en als mentor een training sociale vaardigheden deed”, vertelt Cees. “Ik was een schuchtere jongen, maar die training inspireerde me zo sterk, dat ik besloot om naast mijn technische studie een sociaal-psychologisch practicum te volgen. Wát een eyeopener was dat. Het vermogen om te voelen was ik blijkbaar al bijna kwijtgeraakt. Thuis had ik niks meegekregen over gevoel en in de technische studiewereld speelde voelen ook geen rol. Ik moest wennen aan de tranensessies die het bij sommigen oproept, maar ik ontdekte ook de onzichtbare krachten in de mens, zoals moed, vergevingsgezindheid en zelfvertrouwen.”

“Vooral dat zelfvertrouwen was een concept waar ik nieuwsgierig naar was. Ik zag dat succesvolle mensen het hebben, maar had geen idee waar ze het vandaan haalden. Het is onzichtbaar, ongrijpbaar, maar wel heel bepalend. Zeker als je iets wilt bereiken. Tijdens een therapeutisch weekend – dat ik met een vriend volgde bij één van de psychologen die lesgaf bij het practicum in Wageningen – ervaarde ik voor het eerst de bron van die kracht in mezelf. En opeens besefte ik hoe belangrijk persoonlijke groei is. Dat het niet alleen gaat om het leren van kennis en vaardigheden, maar ook om het ontwikkelen van je zijnsniveau. Want dát bepaalt de context van je handelen. Dat was een essentieel keerpunt. Ik ben ervan overtuigd dat ik zonder dat inzicht nooit de leider had kunnen zijn die ik nu ben.”

‘We hebben een volwassen ego nodig’

De weg van persoonlijke groei bleek geen eenvoudige route. “Het vraagt moed om naar jezelf te kijken”, ervaart Cees. “Toch is het belangrijk om jezelf steeds opnieuw ter discussie te durven stellen. Voor leiders is dat zelfs noodzakelijk. Het zijnsniveau heeft invloed op alle keuzes die wij maken en met alleen geld verdienen en cover-my-ass management schiet de wereld helemaal niets op. Integendeel, daar gaan we aan kapot.” In het essay schrijft hij dat mensen die zich vastklampen aan bezit, aanzien en macht allemaal onzekere ego’s zijn. Terwijl bewustzijnsontwikkeling volgens zijn grote inspirator Ken Wilber juist een sterk ego vraagt. “Die term kan verwarrend zijn, door de valkuil van narcisme”, legt Cees uit. “Het gaat erom dat we een volwassen ego nodig hebben, dat zelfbewust is. Van daaruit kunnen we verantwoordelijkheid nemen en verder groeien om een beter mens te worden. Een mens dat steeds minder egocentrisch handelt, zich meer inleeft in anderen en bijdraagt aan een liefdevolle, inclusieve wereld.” 

“Ik ontdekte deze visie van Ken Wilber tijdens een studie toegepaste integrale psychologie. Wilber stelt dat de mensheid al eeuwenlang groeit in bewustzijn en dat vond ik zó hoopgevend voor de toekomst. Zijn model is een blauwdruk voor een betere wereld en is ook het uitgangspunt van mijn essay. Tijdens die studietijd was het concept ‘groeien in zijnsniveau’ voor mij nog vooral een vertaling van het zelfvertrouwen en de kracht waar ik naar zocht. Iets wat ik graag wilde, al merkte ik gauw genoeg dat het ontwikkelen van bewustzijn bepaald geen makkelijk of prettig proces is. Ja, de momenten dat je een nieuw licht op gaat zijn heerlijk; dan heb je weer een stapje gezet. Maar na verloop van tijd tref je toch weer uitdagingen op je pad. Als je dan de moed hebt om eerlijk in de spiegel te kijken – die ook anderen je voorhouden – ontdek je wat er in jezelf nog op te ruimen is.” 

‘Mijn eigen zwakheden (h)erkennen’

“Wat me bij vlagen nog parten speelt, is een gevoel van minderwaardigheid. De schuchtere jongen van vroeger die zoekt naar zelfvertrouwen. Het kwam recent weer boven water in gesprekken met een coach. Door die minderwaardigheid heb ik onaangename trekjes ontwikkeld. Zo kan ik heel erg opkijken bij mensen die goed presteren, maar ook neerkijken op degenen die in mijn ogen minder presteren. Daar schaam ik me voor, al realiseer ik me ook dat het (h)erkennen van mijn eigen zwakheden me kan helpen een beter mens te worden. Eerlijk kijken naar jezelf is nodig, ook de schaduwkanten. In mijn vorige directeursfunctie deed ik enorm mijn best om aardig gevonden te worden, maar dat werkte niet. Totdat ik het losliet omdat ik besefte: ik bén niet aardig. Toen vonden mensen me opeens een stuk aardiger.”

Aardig of niet, Cees is een man die met doorzettingsvermogen afstevent op zijn doelen. In zijn essay stelt hij dat ieder mens de opdracht heeft om een eigen, authentieke plek in de wereld te vinden. Heeft hij die plek zelf al gevonden? “Een goede vraag. Mijn werk heb ik zo georganiseerd dat ik optimaal gebruikmaak van mijn talenten en ik doe mijn best om een zon te zijn (zie uitleg in zijn essay; zonnen geven licht, streven naar het goede en inspireren ook anderen daartoe, red.). Ja, ik zit wel op mijn pad, al ben ik ook onzeker en blijf ik zoeken. Er is nog zoveel dat we niet weten. Hoog opgeleide mensen onderschatten vaak de waarde van niet-leerbare kennis. Bij Wetsus maken we daar juist op een onderscheidende manier gebruik van, door leerbare kennis te combineren met intuïtie, knutselen en uitproberen. Die ervaringsgerichtheid is ook nodig bij het ontwikkelen van hoger bewustzijn, een vorm van geestelijke innovatie waarin ik zeker nog stappen heb te maken.”

‘Kiezen voor het goede’

De on(be)grijpbaarheid van bewustzijn is voor Cees geen reden om te twijfelen aan het bestaan. “Het is niet te bevatten juist omdat het groter is dan jezelf. Wetenschappers die niet geloven in een hoger bewustzijn of wereldziel verklaren spirituele ervaringen vanuit elektrochemische reacties in de hersenen. Dat vind ik dogmatisch, dat afzetten tegen iets transcendents waar nog geen hard bewijs voor is. Wetenschappers mogen best bescheidener zijn; hoe vaak is de mensheid al niet verrast door inzichten die we eerder ook niet hadden? Bovendien: waar belanden we zónder bezieling? Een onttoverde wereld waarin het alleen gaat om winnen of verliezen is gevaarlijk. We hebben ons bewustzijn heel hard nodig om te blijven kiezen voor het goede.”

“Om de wereld te laten draaien, is er ook een soort vernietigende kracht nodig”, stelt Cees. “Het kwaad dient blijkbaar een doel, maar het goede moet wél het stuur in handen houden. En precies daar hebben we moed voor nodig. Om de maakbaarheidsillusie door te prikken, om te kiezen voor ‘genoeg’, om eerlijk te delen en om elkaar te helpen groeien in bewustzijn. In die bezieling zie ik nog steeds een taak voor de kerken: om ons op een eigentijdse, aansprekende wijze te inspireren een beter mens te worden en een zinvol leven te leiden. Al kunnen we elkaar ook in het onderwijs en het bedrijfsleven helpen in bewustzijn te blijven groeien. Iedereen kan verschil maken. We denken vaak dat een kleine bijdrage de wereld niet gaat veranderen, maar als er genoeg kleine bijdragen zijn, dan verandert de wereld! Daarom blijf ik streven naar het goede en hoop ik anderen te inspireren dat ook te doen.”

Fotografie: Jelte Bosma