In aanloop naar de verkiezingen, koos ik vaker voor de natuur dan voor het debat. Ritselen door de herfstbladeren, meewervelen met de wind en me verwonderen over de diversiteit aan paddenstoelen. Dit gevallen eikenblad op mijn pad stemde me hoopvol. Flonkerend van de regendruppels op haar goudbruine nerven, nodigde ze uit tot overgave aan de cyclische stroom van het bestaan. Ja, de schoonheid van dit seizoen schuilt in het diepe weten dat verval weer tot nieuw leven leidt.
Bijzonder hoe één zo’n blad het verhaal van iets veel groters vertelt. En hoe waterdruppels inspireren om de heldere doorkijkjes te zien in de caleidoscopische wereld waarin we leven. Inzoomen op het kleine helpt om uit te zoomen naar het Grootse Geheel waarin wij tijdelijk bestaan. Het doet beseffen dat verval misschien lijkt op een einde, of de ondergang van iets, maar dat het eigenlijk een magische overgang is, op weg naar een nieuwe groeifase. Elk gevallen blad neemt langzaam afscheid van haar vorm en wordt steeds fragieler, totdat het opgaat in iets groters. Gaat er dan werkelijk iets verloren of is het een wonder van verandering?
Ja, ik realiseer me heus dat genieten van de wonderen der verandering in het bos iets anders is dan je overgeven aan verval en verlies in het menselijk bestaan. Van de materiële vormen waarmee we ons omringen tot de maatschappelijke structuren waarbinnen we samenleven, en van de meest dierbare naasten tot het eigen lichaam en het ego met haar overtuigingen, dromen en ideeën: van álles waar we ons aan hechten, is het moeilijk afscheid nemen. Daarom vind ik het troostrijk dat de bomen ons voorleven dat loslaten helemaal vanzelf gaat. We mogen alles en iedereen waar we om geven vasthouden zo lang we willen, als de tijd rijp is, dan gaan ze gewoon. Net als bladeren klaar om te vallen en langzaam te transformeren tot een nieuwe lente.
Die donkere, stille winter daar tussenin, dat is een spannende fase. Een onbekende fase vooral, diep verscholen in de baarmoeder van ons aardse bestaan. Een tussentijd die vraagt om vertrouwen en om rust. Kunnen we dat nog, als mensheid die gewend is geraakt om te duwen en te trekken? Durven we onze tranen te laten vallen op alle fragiele schoonheid in ons leven, in de flonkerende hoop dat er iets groters is dat ons leven omvat? En zien we het wonder nog? Soms is een vermoeden daarvan al genoeg. Kijk maar eens naar paddenstoelen, die ons bewust maken van de verbindende magie die zich ondergronds afspeelt. Terwijl de bladeren overal vallen, steken zij hun kopjes omhoog in vele fascinerende vormen en kleuren. Voor iedereen een huisje om te schuilen, we mogen zelf kiezen welke. En laat dan de verandering maar komen.
Foto: zelfgekiekt in het Drents-Friese Wold