De levensweg van Anneke Visser-Broekhuizen (70) trad al jong buiten het script van haar vader. Zijn wens dat zij coupeuse zou worden, liet ze subiet los toen hij op haar vijftiende stierf. Achteraf was dat het startschot van een ontdekkingstocht naar Anneke’s eigen identiteit. “Nog steeds ben ik nieuwsgierig naar wie ik ben en onderzoek ik het leven. Het liefst in verbinding met anderen.”
Terwijl ze een flesje frisdrank met prik uitschenkt, vertelt Anneke dat ze dit jaar meer ruimte wil geven aan de speelse en lichte kant in zichzelf. Het is er tijd voor, na een periode van verlies en rouw. Haar ogen sprankelen, net als de opspattende bubbels in het glas. “Er zit nog steeds vreugde in mij en ik ben best ondeugend”, glundert ze me toe. Voor mij geen verrassing, want eerder dit jaar zag ik die schalkse kant van Anneke toen wij elkaar ontmoetten bij een workshop ‘ontdek de clown in jezelf’. De pret straalde van haar af toen ze zichzelf had overwonnen om spontaan een scène te spelen. Heel even was er angst. Tóch stapte ze tevoorschijn door de schuifdeuren, aan de arm van een medespeler. Precies dat – de uitnodiging en steun van een maatje – hielp haar over de drempel.
Kantelpunten in het leven
“Samen sta je sterker”, weet Anneke uit ervaring. Daarom hakte de dood van haar man Willem er zeven jaar geleden extra hard in. Hij stierf vlak na een bijzondere week, waarin ze samen een trip down memory lane maakten, langs de plekken waar ze samen verliefd en gelukkig waren geweest. “We hadden ons 45-jarig huwelijksjubileum gevierd met kinderen en kleinkinderen en stonden op een kantelpunt in ons leven. Na een zwaar hoofdstuk in ons leven en huwelijk was er weer rust gekomen. Beide waren we zachter en opener, meer de mens die we ten diepste al waren. En juist omdat we elkaar bijna waren kwijtgeraakt in die moeizame jaren, zouden we weer samen gaan genieten. Ons heroriënteren op een nieuwe fase in ons leven.”
Het lot besliste anders. Opnieuw gaf groot verlies een onvoorziene wending aan het leven van Anneke, die al in haar tienerjaren te maken kreeg met de dood: ze was elf toen een broer stierf en vijftien toen ze haar vader verloor. “Zijn dood veranderde alles. Mijn vader was de man die het script van mijn leven kende, dacht ik destijds. Als negende kind in een gezin van tien had ik te gehoorzamen aan zijn wensen: huishoudschool, coupeuse worden – net als zijn zuster – en dan trouwen en kinderen krijgen. Ik wist niet beter en leerde braaf het vak. Tot de dag dat één van mijn broers bij school kwam en de directrice me vertelde dat mijn vader was gestorven. Zijn dood maakte me boos en uit opstandigheid stopte ik met school. Als hij er zomaar tussenuit piepte, dan zou ik geen coupeuse worden.”
Een Grote Vriend
Wat volgde, was een ontdekkingstocht. “Wat ik dan wel wilde met mijn leven? Ik had geen idee, ons was niet geleerd daarover na te denken. In die tijd was er werk genoeg. Ik kon aan de slag bij een verzekeringsbank en haalde mijn typediploma, maar ik was te beweeglijk voor kantoor. Daarna kwam ik bij een bakkerij te werken. Te bleu voor de winkel mocht ik de bakker helpen met taartjes maken. Dat paste me beter, en toch was ik als zeventienjarige jonge vrouw ongelukkig. Ik miste iets wezenlijks. Mijmerend over mijn gelukkige kinderjaren, wist ik het opeens weer: mijn vriendschap met Jezus! Ik kom uit een ongelovig gezin, maar ging als kind wel naar een evangelisatieclub in de buurt, waar we spelenderwijs bijbelverhalen leerden kennen. Daar besliste ik als achtjarige om Jezus in mijn hartje toe te laten. Het gevoel herinner ik me nog helder: Hij werd mijn Grote Vriend en vanaf dat moment ik was niet meer alleen.”
“De vreugde van mijn vriendschap met Jezus ebde weg in mijn puberjaren. Toen het op mijn zeventiende toch weer begon te stromen, ging ik er vol voor en liet me dopen. In die tijd kreeg ik verkering met Willem, die ook uit een ongelovig gezin kwam, maar net als ik door een persoonlijke ervaring voelde: God bestaat. We kozen bewust voor elkaar en voor een leven met Jezus in ons hart. In die tijd waren de Pinkstergemeenten in opkomst en na ons trouwen zijn wij met een groep gelijkgestemden gaan pionieren in een geloofsgemeenschap. Heel gelijkwaardig en met alle ruimte om onze talenten te ontplooien. Vijfentwintig jaren was die gemeente het fundament van ons leven. Een vormende periode, waarin ik ontdekte dat mijn identiteit niet afhankelijk was van het script dat mijn vader voor me bedacht had. Gaandeweg ontdekte ik de Anneke die ik ben en mag zijn.”
Opgeborgen verdriet
Haar ontdekkingstocht verliep met ups, downs en omwegen. “Sommige gebeurtenissen kregen pas veel later een plek, zoals het verlies van ons eerste kindje. Een zoon, die na een bijna voldragen zwangerschap stierf in mijn buik. De vroedvrouw zei na zijn geboorte iets wat nu ondenkbaar is: ‘Het beste is om snel weer in verwachting te raken. Ga door met je leven en maak geen afgod van je verdriet’. Door die opmerking ging er vanbinnen een deur op slot. Wat wist ik nou? Pas eenentwintig jaar en nooit leren rouwen, want ook na het sterven van mijn broer en vader ging het leven gewoon door. Boos was ik wel. Op God dit keer. Het was een geloofsbeproeving, waarin de vriendschap het uiteindelijk won door mijn vertrouwen in Zijn liefde. Al begreep ik niks van wat mij overkwam, ik had Hem nodig in mijn leven en Hij bleef in mijn hart.”
“Het gezinsgeluk werd ons alsnog gegund”, vervolgt Anneke. “We kregen samen nog twee jongens en twee meiden. Willem was kostwinner, ik zorgde voor het gezin en samen staken we veel tijd in de geloofsgemeenschap. Hij nam het voortouw als gewaardeerd prediker, ik wist mensen als zangleidster te enthousiasmeren en ontwikkelde me tot counselor. Door die counseling-trainingen leerde ik veel over mezelf. Ik wilde anderen geven wat ik zelf nodig had, met als valkuil dat ik te veel een redder probeerde te zijn. Ook kwam ik erachter hoezeer ik – onbewust – het verlies van mijn vader op Willem projecteerde en me graag achter zijn leiding verschuilde. Toch kwam ik in al die jaren nooit bij het verdriet om ons eerste kind, dat was opgeborgen achter slot en grendel. Die deur brak pas open toen ik al in de zestig was, dik veertig jaar later.”
Nader tot elkaar
Voordat Anneke uiteindelijk toch bij die dichte deur aankwam, deelde het leven – of eigenlijk de dood – nog enkele rake klappen uit. “Onze dochter Margriet kreeg melanoomkanker en stierf op 32-jarige leeftijd. Toen ben ik echt wel een poos van het padje geweest. Meer nog dan boosheid voelde ik verslagenheid. Het zingen van lofprijzingen kon ik niet meer opbrengen, al wist ik dat God me accepteerde in alles wat ik voelde. Willem vond het moeilijker om mij te laten zijn wie ik was in die zware periode. We groeiden zo ver uit elkaar, dat ons huwelijk er bijna aan kapot ging. Dat we beide bereid waren om hulp te aanvaarden, heeft ons weer nader tot elkaar gebracht. We volgden samen therapie en gingen ook onze eigen processen aan, waardoor we beide ballast van vroeger hebben opgeruimd. Zo vonden we elkaar ook na dat zware hoofdstuk in ons huwelijk weer terug. Anders dan voorheen, maar wel klaar om samen te genieten van alle zegeningen in ons leven.”
Zo kwamen ze dus tot die tour d’amour, waarover Anneke eerder vertelde. Een trip langs bestemmingen met dierbare herinneringen. “Door plaatsen te bezoeken waar we zulke gelukkige momenten hadden beleefd, kozen we opnieuw voor dat geluk en ons leven samen. Na 45 jaar huwelijk was hij nog altijd het maatje aan mijn zijde, samen stonden we sterk.” Niemand zag de bizarre wending aankomen dat Willem vlak na die nieuwe start werd geveld door een bacterie. “Opeens was hij dood. Stond ik er alleen voor. Met Jezus in mijn hart ben ik nooit echt alleen, maar als mens voel ik me soms kwetsbaar in mijn eentje. Wie ben ik zonder Willem? Met hem aan mijn zijde was er altijd iemand om op te leunen, nu moet ik het echt zelf doen. Soms is dat spannend, maar angst biedt ook kansen. Het nodigt me uit om contact te maken, met anderen én met mezelf. Zo blijf ik nieuwe dingen ontdekken over de Anneke die ik ben.”
Verbindende communicatie
“Wie die Anneke dan is? Natuurlijk ben ik gevormd door de gebeurtenissen in mijn leven”, peinst ze hardop. “Vanaf het moment dat ik als kind dacht dat mijn vader het script van mijn leven bepaalde, tot het besef dat het script zich gaandeweg ontvouwt. Toch heb ik altijd een keuze. Niet in de dingen die me overkomen, maar wél in hoe ik daarmee omga. Blijven kijken in verwondering, blijven zoeken naar andere perspectieven. Ik ben een denker en een lezer, maar wil mezelf ook persoonlijk ontwikkelen door te dóen. Van reizen tot het volgen van workshops: bij elke nieuwe ervaring kom ik iets van mezelf tegen. Vooral in momenten van echt contact. Er valt veel te ontdekken in hoe we als mensen met elkaar omgaan. Ik leer steeds beter om niet te oordelen; om te laten zijn wat er is, in mezelf en in de ander. Het gaat om de ontmoeting.”
“Wat me daar enorm bij helpt, is verbindende communicatie naar het gedachtegoed van Marshall Rosenberg (ook bekend als geweldloze communicatie, red.). Na de dood van onze dochter Margriet maakte ik al kennis met Rosenbergs handreikingen, maar pas nadat Willem stierf, heb ik een zomertraining gevolgd in Frankrijk. Die week bracht een bijzondere doorbraak: opeens was ik bij de deur in mijn onderbewustzijn, waar ik als jonge moeder in nood mijn smart achter slot en grendel wegborg na het baren van ons gestorven kindje. Verbindende communicatie opende die potdichte deur, zodat de tranen eindelijk konden stromen. Nog nooit heb ik zo gehuild als toen. Het werkte helend. Soms denk ik: hadden Willem en ik deze training maar samen gedaan, eerder in ons leven. Dan hadden we veel beter handen en voeten kunnen geven aan onze gevoelens en behoeften.”
Adem voor de ziel
“Intuïtief was verbindende communicatie altijd al de kern waar ik naar zocht in de ontwikkeltrajecten die ik deed”, beseft Anneke als ze terugkijkt op haar leven. “Er zijn vele wegen die naar Rome leiden en toch is de aanpak van Rosenberg voor mij de schakel. Verbinding is als adem voor de ziel en daarom blijf ik nieuwsgierig, naar mezelf en naar de ander. Er schuilt een psychotherapeut in mij, al ontdekte ik gaandeweg dat contact maken in vele talen kan. De ene keer in gesprek, de andere keer via verhalen, samen zingen of een wandeling maken in stilte. En ook door samen plezier te maken. In de zwaarte van het leven raak je soms de lichtheid van het bestaan kwijt, terwijl vreugde helend is. Daarom onderneem ik dit jaar bewust activiteiten die mijn speelse en ondeugende kant tevoorschijn laten komen. Een leider ben ik nooit geweest, maar ik houd wel van samen spelen en het leven ontdekken door nieuwe ervaringen. Ik blijf benieuwd wat er allemaal nog op mijn pad komt….”
Fotografie: Anneke Hooijer