Prinses Irene gaf een interview voor haar tachtigste verjaardag. Met aandacht las ik het artikel, want ze heeft een mooie visie op onze verbinding met de natuur. Wij maken er deel van uit, van het geheel. Daarom verbaasde ze mij met haar antwoord op de slotvragen over Donald Trump. Ze zei: ‘Ik ken die man niet. En ik wil hem ook niet kennen.’ Iets wat we misschien allemaal neigen te zeggen als het gaat om Trump, maar het raakte me. Omdat ik vermoed dat we daarmee diep van binnen iets van onze eigen menselijke natuur proberen te ontkennen.
Donald Trump. Het is een naam die hoe dan ook iets oproept. Een begrip. Horend bij een man van wie we allemaal een beeld hebben. Maar kennen we hem? En willen we hem kennen? Heel uitnodigend is het niet, als ik afga op wat ik zie in mediaoptredens en de keuzes die hij maakt. In die zin begrijp ik het antwoord van prinses Irene volledig. Bij iemand als Trump is het een kwestie van wensen dat hij zo snel mogelijk weer van het politieke wereldtoneel verdwijnt en hopen dat de schade beperkt blijft.
Zelf zou ik ook geen thee met Trump willen drinken. Toch ben ik ergens ook nieuwsgierig naar deze man. Wat deed hij graag als kind? Waar droomde hij van? En is zijn leven geworden wat hij ervan hoopte? Soms denk ik dat zijn rol in de wereld van een heel andere orde is dan het presidentschap van Amerika. Misschien zijn figuren als hij vooral de vleesgeworden schaduwkant van de mensheid, gekozen om ons een spiegel voor te houden. En waar lukt dat beter dan op een positie waar de hele wereld naar je kijkt…
Hij vervult zijn rol met verve, maar of wij de moed hebben om uitgerekend in zíjn spiegel een blik te werpen? We kijken niet graag naar onze schaduwkant: ‘Ik ken die man niet. En ik wil hem ook niet kennen.’ Maar wat als juist iemand als Trump ons confronteert met alles waar onze menselijke tekortkomingen, pijnpunten, nare trekjes en egocentrisme toe kunnen leiden? Het besef dat die donkere kant er óók is – in ons allemaal – is hard nodig om (zelf)bewust te blijven streven naar het goede. Want hoe minder bekend we zijn met onze schaduw, hoe meer hij ons kan overvallen. Kijk maar naar Trump.
Als ik deze president te keer zie gaan, is mijn eerste neiging ook: ik wil die man niet kennen. Maar juist uit de mond van prinses Irene kwam deze uitspraak echt binnen en veranderde mijn gevoel. Want als wij allemaal deel van de natuur zijn, in verbinding met elkaar, dan hoort Trump daar ook bij. Hij is als medemens een deel van ons. Ooit hoorde ik in een liedje de regel I’m in you and you’re in me. Die zit in mijn hart, want diep van binnen voel ik bij elke ontmoeting met een ander mens: wij hadden elkaar kunnen zijn. Ook Trump. Pas als we de moed hebben om álles te zien wat wij zijn, kunnen we als mensheid over onze eigen schaduw heen stappen. In het volle licht.
Voor mij is Trump een man die (nog) midden in zijn eigen schaduw staat. En dat is geen benijdenswaardige positie. Liever dan ‘ik wil je niet kennen’ hoop ik daarom dat we – geïnspireerd door ho’oponopono – tegen hem én onze eigen schaduwkanten kunnen zeggen:
I’m sorry.
Please forgive me.
I love you.
Thank you.