Laatst was het ogenschijnlijk een gewone donderdag. In mijn werkagenda stonden geen afspraken buiten de deur, alleen schrijfklussen. Na het ontbijt twijfelde ik of ik me zou aankleden of toch eerst in ochtendjas aan m’n bureau zou schuiven. Intussen keek ik verlangend naar buiten, waar de magnolia uitbundig bloeide en de vogels tsjilpten. Als ik nou vrij mocht kiezen, vroeg ik mezelf af, wat zou ik dan vandaag graag doen? Naar de zee, wist ik meteen. Iets in mij was al om toen ik bedacht dát ik vrij kan kiezen! Opgetogen pakte ik mijn rugzak, trok mijn wandelschoenen aan, nam de bus naar Holwerd en voelde de ruimte al vóór ik op de boot naar Ameland zat.
Op het centrale busstation in de stad zag ik grote groepen jeugd met dopjes in de oren, starend naar hun smartphones. Zelf was ik opgelucht dat ik vandaag juist geen beeldscherm hoefde te zien. Ik genoot van het ochtendlicht op de serene kinderhoofden van Plensa’s mistfontein tegenover het station. Het was een windstille dag, waardoor er weelderige wolken rondom de witte beelden zweefden. Bijna niemand leek het te zien. Iedereen had een trein of bus te halen, was met de blik op oneindig onderweg naar school, werk of andere afspraken. Maar voor mij die dag geen haast of hoeven. Ik stond als een blij ei om me heen te kijken, alsof ik in m’n eentje op schoolreisje ging.
Het toegeven aan mijn verlangen om de zee te zien, maakte deze donderdag bijzonder. Opeens zat ik niet op mijn toetsenbord te ratelen, maar hobbelde ik in een bus door het weidse landschap, de vogels achterna naar het Wad. Op de veerboot had ik een mooi gesprek met een gepensioneerd stel dat altijd hard had gewerkt en vond dat ze achteraf best wat eerder een voorschot hadden kunnen nemen op het Grote Genieten. Ze moedigden mij dan ook van harte aan het er vandaag van te nemen. Eenmaal op het eiland volgde ik mijn voeten. Ik liep door Nes, dwaalde een stuk door het bos, struinde door de duinen en klom toen door het mulle zand naar de andere kant, waar ik haar al hoorde ruisen. De oneindige zee, die me altijd de stroming in mezelf laat voelen.
Op het strand, bij de zee, ging ik als vanzelf mee. Ik wandelde langs de vloedlijn, keek naar de verte en werd blij van vogels, wolken en vondsten in het zand. Na de lunch lag ik in een duinpan te mijmeren. Ik vroeg me af waarom ik in loondienst nooit de moed heb gehad om zomaar een dag naar de zee te gaan in plaats van naar kantoor. Pas in mijn freelance bestaan ontdekte ik dat het soms beter is om uit te waaien dan aan te modderen. Dat komt de creativiteit, productiviteit én de zin in het werk ten goede. Al besef ik ook dat het vrije gevoel van spontane acties als deze vooral bestaat bij de gratie van mijn dagelijkse routines en verbintenissen, anders had ik niets om uit te breken. Dus na een dag uitwaaien pak ik thuis de draad weer vol overtuiging op. YES, lekker ratelen op mijn toetsenbord!
Foto: eigen werk, gemaakt op het strand van Ameland.