Hij woont met zijn lief in een landelijk paradijsje, timmert en bouwt graag, inspireert het onderwijs om leerlingen vooral vertrouwen mee te geven, vloekt en droomt in het Hebreeuws, kent dankbaarheid, spreekt bedachtzaam en als zijn ziel de ruimte krijgt, dan kwispelt hij als een hond die wordt losgelaten. In alles is Tamir Herzberg (63) verweven met het leven; hij voelt zich deel van het geheel.
“Als je verbonden bent met anderen, dan kun je hen nooit kwijtraken”, is de ervaring van Tamir. Zo voelt hij nog af en toe de aanwezigheid van zijn vader als hij in diens oude schommelstoel zit. “Hij is drie jaar geleden overleden, maar komt nog wel eens bij me als ik in die stoel zit.” De diepe band met zijn vader was er al jong en heel vanzelfsprekend. Nog uit een tijd zonder woorden herinnert zich hij zich hoe ze samen op hun rug in het bos lagen. “Mijn vader hield van me. Dat heb ik altijd geweten. De liefde was er gewoon. Ik heb hem ook nooit gemist, zelfs als we elkaar jaren niet zagen, toen ik in Israël woonde. Altijd pakten we de draad weer moeiteloos op, door onze verbondenheid.”
Het beloofde land
Toch kent Tamir ook het gevoel van ontheemd zijn. Hij woont al meer dan dertig jaar in de open ruimte van Friesland, maar pas toen zijn huidige vrouw tien jaar geleden in zijn leven kwam – een Duitse – groeide er weer een thuisgevoel. Met een warme, gelukkige blik: “Twee ontwortelde bomen kunnen tegen elkaar aan heel stevig staan”. Lang lag zijn hart in Israël, het beloofde land dat hij – kind van een indrukwekkende Joodse familiegeschiedenis – als achttienjarige kort bezocht met zijn grootouders. “Op doorreis”, vertelt Tamir. “Want ik wilde naar Noorwegen, waar mijn vaders familie vandaan komt. Maar in Israël werd ik verliefd op een vrouw en op het land. Ik bleef, ver weg van mijn ouders in Nederland die onaardig waren tegen elkaar, en voelde me thuis.”
Hij was timmerman, werkte in de bouw, studeerde Hebreeuws, trouwde, werd Israëlisch staatsburger en kwam zo – via de dienstplicht – in het leger terecht. Stond tegenover vijandige tanks, liep oorlogstrauma’s op en maakte een politieke omslag mee van ‘fatsoenlijk naar onfatsoenlijk’, waardoor zijn rol niet meer naar zichzelf te verantwoorden was. “Ik deserteerde… (stilte) … Een stap die alle andere beslissingen in mijn leven peanuts maakte. Het was geen kwestie van moed of het goede doen. Daar lag het te gecompliceerd voor. Het heeft lang en veel pijn gedaan. Ik had gewetenswroeging, maar ik raakte ook lasten kwijt. Het was een beslissing die ik nam omdat ik niet kon accepteren wat er met het land gebeurde. Kon en wilde daar niet aan meedoen.”
De woelende vragensteller
Tamir was zijn Nederlandse nationaliteit kwijtgeraakt toen hij zich voorgoed in Israël dacht te vestigen. “Zo keerde ik na mijn desertie als vluchteling terug naar mijn geboorteland en kwam met mijn gezin terecht op deze plek in Friesland. Tijdelijk, dacht ik, om eerst maar eens rust in de kop te krijgen.” Hij woont er nu nog steeds. Creëerde in een paar decennia een paradijsje en leeft grotendeels van eigen tuin en gaard. Maar zijn woondomein is niet wat hem hier hield. Het was de nieuwe uitdaging die hij op zijn pad kreeg – tijdens het vorstverlet in de bouw, toen hij moest invallen voor een paar weggepeste leraren – en waar hij zich met liefde en toewijding aan heeft verbonden: het onderwijs. Hij werd leraar, mentor, trainer, ontwikkelaar en vragensteller.
Vragen stellen is de kern van zijn werk. Van zijn bestaan zelfs. Over de vraag hoe dat komt, denkt hij in stilte na, terwijl vogels op de achtergrond tsjilpen. Na een poosje grinnikt hij zachtjes. “Misschien was één van mijn voorouders een woelmuis die altijd overal onder wil kijken. Zo voelt het een beetje. Bij alles denk ik: dat zeg je nou wel, maar wat zit daar onder? Het is een eindeloos graven naar steeds nieuwe uitzichten en perspectieven. Hoe meer verdiepingen erbij komen, hoe meer dwarsverbanden je kunt leggen. Als de boel tenminste niet in elkaar stort. Maar dan ga je gewoon weer ergens anders graven en kijken. Want op het moment dat je denkt dat je het weet, dan ben je het kwijt. Blijven zoeken, proberen te begrijpen, daar gaat het om.”
Weten hoe je moet zoeken
“Het heeft met levenslust te maken”, denkt Tamir. “Ik ben een beetje verliefd op de wereld, voel me verbonden met het leven. Het gaat niet alleen om mij, ik ben een deel van het geheel en dat is ook wat ik graag wil: bijdragen aan het weefsel van het leven. En waar kan dan beter dan in de opvoeding en in het onderwijs? Jonge mensen toerusten voor het leven. Niet door hen pasklare antwoorden te geven, maar door vragen te stellen, oprecht te luisteren en een voorbeeld te zijn. Te laten zien hoe het is om mens te zijn. En dan hoef je niet alles te weten. Juist niet. Je hebt meer aan iemand die weet hoe je moet zoeken, dan iemand die denkt dat hij het al gevonden heeft. Het leven is nooit klaar. Als ik ooit denk dat ik er ben, dan mag je me wegdragen.”
De dingen die hij meemaakte in zijn leven, is hij binnen het onderwijs gaan beschouwen als goud. “Door wat er in mijn rugzak zit, kan ik echt luisteren naar leerlingen. Moeilijkheden, pijn, verlies, rouw, er soms niet willen zijn: ik hoef in gesprekken nergens omheen te gaan, omdat ik er zelf ooit ook doorheen ging. Je kunt niet anders dan jezelf als sleutel gebruiken om een ander te begrijpen. Al besef ik wel dat mijn manier van kijken – het glas altijd half vol – niet voor iedereen vanzelfsprekend is. Doordat er al heel jong in mij een bepaalde deur is opengezet voor het goede, ben ik dankbaar voor alles in mijn leven. Ben ik in staat om het negatieve om te zetten in het positieve. Dat komt door de liefde die ik voel. Er mogen zijn. Dat geeft vertrouwen.”
Echte interesse tonen
Tamir beseft dat niet elk mens uit een liefdevol nest komt, maar is ervan overtuigd dat je warmte, begrip en vertrouwen op meer manieren kunt vinden. “In het weefsel van het leven, in de verbinding met anderen, of dat nu je ouders zijn, docenten, vrienden of andere mensen die op je pad komen. Echte interesse tonen, moeite doen om iemand te begrijpen, dat kan een wereld van verschil maken. Daar geloof ik in. Juist in het onderwijs. Want als je van de wereld houdt en van kinderen, dan doe je daar zacht mee. En toch draait ons schoolsysteem vooral om harde eisen, toetsen, meten, controle en afdwingen. Verbazingwekkend. Kennis en cultuur is niet wát je overdraagt, maar hóe je dat doet en zo kan het dat wij onze kinderen leren dat het systeem zelf belangrijker is dan de inhoud.”
Al die ruis in het onderwijs, al die energie die verloren gaat aan de dingen waar het precies níet om gaat in het leven. Hij wordt er nooit moedeloos van, maar soms wel moe. Net zoals hij zich verwondert waarom niemand de vraag stelt waarom het alsmaar sneller en efficiënter moet in onze samenleving. “Om tijd over te houden voor wat? Nog meer moeten? Voetbal kijken? Als je het met aandacht schoonmaken van groenten niet de moeite waard vindt, wat dan wel? En als je nú niet kiest voor wat je echt belangrijk vindt in je leven, wanneer dan wel? Teveel mensen plaatsen het leven buiten zichzelf, laten het zich aanleunen. Voor mij gaat dagelijkse moed over durven te veranderen als iets niet goed voelt. Of accepteer het zoals het is, ook prima, maar wees je bewust en kies. Garanties op geluk zijn er nooit, wel op verbondenheid. Met jezelf en met het grote geheel.”
NB: lees hier meer over de visie en het werk van Tamir binnen het onderwijs.
Fotografie: Laurens Aaij