Op afstand is het makkelijk oordelen over anderen. Daarom verdiept Anne de Groot (29) zich graag in mensen en situaties die ver van haar eigen levenswijze af staan. “Zo ontdek ik dat de wereld veel genuanceerder is”, zegt de cultureel antropoloog. Zelf kreeg ze als tienermoeder ook met vooroordelen te maken. “Mijn leven is nogal onconventioneel, maar ik ben trots op waar ik nu sta.”
Anne werkt als waarnemend directeur bij een COC, doet al jarenlang vrijwilligerswerk als voorlichter voor datzelfde COC en een discriminatiemeldpunt, maakte een theaterproductie over vluchten en integratie en deed onderzoek naar geloof en homoseksualiteit. Zelf heeft ze een vriend, al krijgt ze liever geen hetero-etiket opgeplakt. “Door al die hokjes maken we de liefde en het leven veel te ingewikkeld. Als puber heb ik zelf lang getwijfeld waar ik nou op viel. Maar waarom denken we daar eigenlijk over na? Het is de mens die ertoe doet, niet het geslacht. Daarom strijd ik voor minder hokjes en meer nuances.”
‘We leven allemaal in onze eigen bubbel’
Die nuances zoekt de bevlogen antropoloog in alle culturele opzichten. Het besef dat zij net zo goed in andere schoenen had kunnen staan – bijvoorbeeld in die van een homo, transgender, vluchteling of gehandicapte – maakt dat Anne zich vol overtuiging sterk maakt voor een samenleving waarin iedereen er mag zijn. “Waarom een norm opleggen? Waarom praten in termen als minderheden? De realiteit is dat we als mensheid met elkaar op deze wereld wonen, in een enorme variëteit. Het is ontwrichtend voor een maatschappij om bepaalde mensen of groepen anders te benaderen of buiten te sluiten. We zullen vormen moeten vinden om samen te leven, hoe moeilijk dat soms ook is.”
“Dat we allemaal in onze eigen bubbel leven, maakt het complex. Laatst hield een lezing van journalist en antropoloog Joris Luyendijk over dit onderwerp mij een spiegel voor. Ik besefte dat ik alleen maar blanke vrienden heb. En dat wij ons plan om een community te vormen en tiny houses te bouwen van restmaterialen bewust gaan uitvoeren met alleen gelijkgestemden. Over mensen die kant-en-klare tiny houses uit de fabriek neerplempen heb ik zo mijn gedachten. Zie, zo makkelijk gaat dat met oordelen. Maar wie zegt dat mijn kijk op de wereld de juiste is? Daarom wil ik blijven luisteren naar verhalen van anderen, ook als die heel anders zijn dan de mijne.”
‘Was ik een ontaarde moeder?’
Door haar levensloop weet Anne uit ervaring hoe makkelijk mensen oordelen. Als opstandige puber stopte ze met school en ging op haar zestiende uit huis omdat ze dacht het zelf beter te weten. Op haar achttiende raakte ze onbedoeld zwanger. Ze verliet het kraakpand waar ze met een groep woonde om met de vader van het kind een gezin te vormen. Ze vond haar dochter een lief hummeltje, maar wist niet goed wat ze met de situatie aan moest. Voelde zich eenzaam, als enige in haar vriendenkring met een kind. Bijna elk weekend regelde Anne oppas, om even aan de realiteit te kunnen ontsnappen. Totdat haar eigen moeder vroeg of ze het allemaal nog wel aan kon.
“Nee dus. In die fase van mijn leven kon ik de verantwoordelijkheid van het moederschap nog niet aan”, vertelt Anne. “Mijn dochter was intussen twee en haar vader en ik waren al uit elkaar. Hij woonde weer bij zijn ouders en we besloten dat ik de zorg tijdelijk aan hem zou overdragen. Daar kreeg ik veel vragen en opmerkingen over vanuit mijn omgeving. Vaak goedbedoeld, maar toch. Als een man niet zelf voor zijn kind zorgt, vinden we dat normaal. Als vrouw ben je dan meteen een ontaarde moeder. Terwijl die time-out echt nodig was. Want hoe kon ik er voor mijn dochter zijn terwijl ik zelf nog zo zoekende was?”
‘Mijn manier om vrede te vinden’
In de periode dat ze handen weer vrij had, ging Anne ook op reis. Een droom die uitkwam, al pakte de herwonnen vrijheid anders uit dan verwacht. “Het voelt allemaal anders als je moeder bent. Schuld, schaamte… het was klote. Je neemt jezelf natuurlijk gewoon mee – inclusief alle innerlijke worstelingen – en ik droomde steeds over mijn dochter. Onderweg met mijn busje beleefde ik ook nog allerlei narigheid. Het was een moeizame periode, al beleefde ik ook gelukkige momenten. Bijzondere ontmoetingen en gebeurtenissen die ik niet had willen missen.”
Ruim twee jaar ging Anne haar eigen weg, al bleef ze haar dochter regelmatig opzoeken. Diep van binnen was het helder dat haar ‘vluchtsituatie’ van tijdelijke aard was. “Het was een fase die over zou gaan. Ergens heb ik altijd in mezelf geloofd en vertrouwen gehouden. Dat komt door de basis die ik thuis heb meegekregen: Anne, jij bent goed zoals je bent. Dat gevoel is zó belangrijk. Ondanks de oordelen van anderen over mijn keuze, wist ik dat het nodig was. Het was mijn manier om vrede te krijgen met mijn leven zoals het was, met het moederschap. En dat is gelukt. Toen ik de zorg voor mijn dochter weer op me nam, kon ik er echt voor gaan.”
“Nieuwsgierig naar andere verhalen”
Wie denkt dat Anne tijdens haar roerige jaren alleen maar aan zichzelf dacht, heeft het mis. Gedreven door nieuwsgierigheid naar de wereld bleef ze ook studeren. “Na de mbo-opleiding Sociaal Cultureel Werk deed ik hbo Culturele en Maatschappelijke Vorming. Daarna haalde ik nog mijn master Culturele Antropologie aan de universiteit. Het mooie van die studie is dat je niet naar grote sociaal-maatschappelijke bewegingen kijkt, maar juist naar kleinere groeperingen en persoonlijke verhalen. Het fascineert mij hoe al die verschillende levenswijzen en visies invloed uitoefenen op het grote geheel.”
“Voor mijn onderzoek ‘Uit de kast, uit de kerk?’ verdiepte ik me in homoseksualiteit en geloof. Wat een eyeopener was dat voor mezelf. Als buitenstaander begon ik vol vooroordelen: ik vond de kerk maar niks, zag het vooral als een achterhaald en discriminerend instituut. Totdat ik me verdiepte in geloofsgemeenten en ontdekte dat de werkelijkheid veel genuanceerder is. Door de verhalen van anderen, ging ik zelf anders kijken. Het deed me beseffen dat de wereld mooier wordt als we meer begrip hebben voor elkaar. Je hoeft het niet altijd eens te zijn, maar we kunnen wel luisteren naar elkaars ervaringen en ideeën. En ja, soms moet je dan over je eigen ego heen stappen en inzien dat jouw waarheid niet per se die van een ander is.”
‘Wir schaffen das’
Ondanks haar behoefte aan nuance ziet Anne ook dat het soms nodig is om stevig te gaan stáán voor waar je in gelooft. “Bij het COC merken we hoe ongenuanceerd de samenleving nog kan zijn en dan moet je strijden voor gelijkwaardigheid. Ook de anti-pietenactivisten en gele hesjes tonen dat je soms herrie moet maken om veranderingen in gang te zetten. Werken aan iets dat groter is dan jezelf vergt soms moed. Om je kwetsbaar op te stellen, te nuanceren, maar óók om je stem te laten horen en je uit te spreken. Het raakt me als ik mensen dat zie doen. Zoals een Angela Merkel die over de vluchtelingenstroom zei: wir schaffen das! Dát is wat hoop geeft en waarmee we samen verder komen. Met uitsluiting maken we de wereld alleen maar ziek.”
Dan peinzend: “We zijn te bang voor verandering, terwijl verandering de enige zekerheid is die we hebben. Het blijft nooit zoals het is en uit ervaring weet ik dat ook moeilijke tijden voorbij gaan. Na regen komt zonneschijn. Het dubbele is dat ik mijn dochter een leven zonder moeilijkheden gun. Iederéén verdient alle kansen en geluk. En toch… ergens besef ik ook dat we als mens vaak het meest groeien door de tegenslagen op ons levenspad. Dan word je tot het uiterste uitgedaagd om je krachten in te zetten. Ontdek je wat werkelijk belangrijk is. Misschien moeten we ook daarom niet te bang zijn voor veranderingen of moeilijkheden. Wie vertrouwen heeft dat het goed komt, vindt altijd de moed om te doen wat nodig is.”
Fotografie: Sarah Hickson