Mijn innerlijke kompas werkt op z’n best in de natuur. Als ik het niet meer weet, helpt dwalen in het buitengebied me meestal back on track. Zonder de ruis van gebouwen, auto’s en apparaten ontstaat helderheid. Er opent zich een wereld aan ruimte, mysterie en mogelijkheden en het enige dat ik hoef te doen is mee te drijven met de stroom.
In de natuur kan ik zonder woorden zijn. Alles spreekt voor zichzelf in een universele taal. Het eb en vloed van de zee, de vogelzwermen in de lucht, de wuivende rietpluimen langs slootkanten en het spel van licht en schaduw als de zon verstoppertje speelt met de wolken. Het is een taal die het diepste van mijn wezen feilloos oppikt. Een taal die voorbij leven en dood gaat, die laat voelen dat alles en iedereen deel uitmaakt van een Groots Geheel dat zich in alle mogelijke vormen manifesteert. Waar alles klopt en toch steeds verandert.
Mens te mogen zijn in dat mysterie is wonderbaarlijk. Wie zijn wij in een wereld waar alles ontstaat, groeit, bloeit en weer vergaat in een eeuwige cyclus? Al zolang we op aarde zijn, geven wij mensen moedig betekenis aan onze levens met gedachten, verhalen, bouwwerken, uitvindingen en kunst. We zijn scheppende wezens, maar weten we eigenlijk nog hoe wij zélf zijn geschapen?
De reis naar onze eigen natuur is een avontuurlijke pelgrimstocht. Net als Alice in Wonderland maakt het mij weinig uit waar ik heen ga, als ik maar ergens kom… Daarom wordt mijn innerlijke kompas wakker zodra ik ronddwaal in het vrije buitengebied. Dan heb ik alle tijd om onderweg stil te staan bij de tekenen op mijn pad en groeit het vertrouwen dat er geen verkeerde richting bestaat. Want ook onze vorm vinden als mens is een voortdurend proces dat altijd klopt en toch steeds verandert.
Foto: eigen werk, gemaakt onderweg op één van mijn kleine pelgrimstochten in de natuur dichtbij. Zie www.instagram.com/amberviews voor meer beelden.